Facebook en mediabedrijven, it's complicated

De voorbije weken zagen we Mark Zuckerberg de move maken met Facebook van het ‘digitale dorpsplein’ naar de ‘digitale huiskamer’.

Zuckerberg wil naar eigen zeggen werk maken van een meer privé-versie van Facebook, met focus op Groepen, Stories en Betalingen. Daar is al veel over geschreven, waarbij ik me vaak heb gestoord aan het cynisch ondertoontje van ’t zal wel’. Natuurlijk doet Facebook dat om de winst op peil te houden, het omgekeerde zou pas ongeloofwaardig zijn. Aan ons als gebruikers en onze overheden om te zorgen dat dat onder andere binnen het privacy-kader gebeurt en binnen economische spelregels die het digitale ecosysteem niet verarmen tot een soort monocultuur waar iedereen afhankelijk wordt van 1 grote spelverdeler.

Maar ik wil het specifiek hebben over de relatie tussen Facebook en mediabedrijven. Daarom luisterde ik naar een podcast waarin Zuckerberg Mathias Döpfner interviewt. Als je denkt ‘wie?’: dat is de CEO van Axel Springer, het grootste mediabedrijf van Europa. Een ex-journalist, wat misschien verklaart waarom al na een minuut of vijf de rollen zo goed als omgedraaid worden: Döpfner stelt de vragen. We moeten ons ook wel realiseren dat we luisteren naar een opgenomen gesprek tussen twee CEO’s van beursgenoteerde bedrijven, en dat die dus niets vertellen wat niet is afgesproken.

Marc Zuckerberg interviewt Mathias Döpfner voor zijn podcast, of was het eigenlijk omgekeerd?

Marc Zuckerberg interviewt Mathias Döpfner voor zijn podcast, of was het eigenlijk omgekeerd?

>> Je kunt het gesprek beluisteren op Spotify, of bekijken op Facebook (where else)

Interessant voor mij (en hopelijk ook een beetje voor jullie) is dat het grotendeels gaat over de relatie tussen Facebook en mediabedrijven. Döpfner maakt de link tussen onderzoeksjournalistiek en een duurzaam digitaal verdienmodel. Dat verdienmodel is een voorwaarde voor digitale kwaliteitsjournalistiek volgens hem. Bovendien houdt het jonge ondernemers en startups gemotiveerd om in de media-industrie te investeren.

hoe beter het business model is dat je aanbiedt aan media, hoe meer professionele kwaliteit je zult krijgen. Waarom zouden ze anders hun beste content op facebook zetten?

Hij voegt er meteen aan toe: “Ik hoop dat Facebook een neutraal platform wil blijven dat in het eco-systeem ook anderen helpt om geld te verdienen. Zorg dat dat een fair model is waarin mediabedrijven ook toegang krijgen tot hun lezers (in plaats van alles op te sluiten binnen Facebook, waarbij media nog gewoon wat ‘content’ mogen leveren). Facebook moet niet zelf alles willen controleren en zelf uitgever spelen.”

Het is volgens Döpfner in het voordeel van Facebook om geen mediabedrijf te willen zijn: “Als je begint te cureren, ben je de facto een publisher. En dan zullen overheden je zeker willen opsplitsten in verschillende onderdelen omdat je te groot bent om dat op die schaal te doen. Stick to the legal framework: haal eraf wat illegaal is en bestrijd de miljoenen fake accounts.”

Daar komen we al direct tot een punt dat Espen Egil Hansen van Aftenposten een paar jaar geleden al maakte: Als Facebook manueel of met algoritmes het nieuws selecteert (cureert zoals we dat met een eufemisme noemen), dan zijn ze sowieso een mediabedrijf en geen neutraal platform.

Stick to the framework

Zuckerberg zegt verder dat 15 tot 20 procent van de gebruikers meer nieuws willen in Facebook. Hij wil daar op inspelen in samenspraak met de media-industrie en experts, meer dan met wat programmeurs iets opzetten zoals hij het vroeger zou doen: “We willen niet iets bouwen in een achterkamertje én we willen high quality en betrouwbare info. Alles zal wel gepersonaliseerd zijn.” Vraag is: in hoeverre moet Facebook zelf cureren? Ze gaan zeker niet zelf journalisten aanwerven om nieuws te maken.

Zuckerberg vraagt zich af: “Moeten we het zo houden dat je enkel content ziet van bronnen die je zelf volgt? Bijvoorbeeld: je ziet artikels van de New York Times als je die volgt, en niet van de Washington Post als je die niet volgt. Of moet je extra bronnen aanbieden. We gaan alvast niet zelf nieuws maken, maar we zouden wel kwaliteitsnieuws kunnen cureren.” Unconnected Content noemt hij dat.

Döpfner: waarom zou je niet breder gaan, als je voorwaarden stelt aan welke nieuwsbronnen je daar wilt aan toevoegen. Vraag blijft: is er een businessmodel voor die nieuwsbronnen?

Zuckerberg: Instant Articles zit goed qua rev share. Wat moeten we nog doen?

Döpfner: “kwaliteitsjournalistiek kan alleen maar bestaan digitaal als er betalende lezers zijn. Met bereik kan je de huur niet betalen en papier zal verdwijnen.” Hij verwijst naar Europese regels die voor commercieel gebruik van content van publishers (vb: bereik halen met artikels van mediabedrijven en daar dan advertenties op verkopen), stipuleren dat er een licentie-overeenkomst moet zijn. “Is zo een licentie-overeenkomst niet logischer dan op een soort van filantropische manier met geld te strooien, want dat wil zoveel zeggen als ‘we geloven daar eigenlijk niet echt in’. De muziekindustrie zou vandaag niet meer bestaan als ze dat niet al hadden geregeld in de jaren 60, zodat dj’s muziek konden draaien op de radio en artiesten er toch nog iets aan verdienden. Dat zou een grote stap zijn.” Zuckerberg bevestigt dat als een denkspoor.

Lokale Journalistiek


Zuckerberg: We willen lokale journalistiek ondersteunen met een subscription-accelerator. Er loopt een project van 2 miljoen euro met 12 local Duitse lokale media.

Döpfner: “Je moet journalistiek vooral emanciperen weg van papier. Je hebt data van je lezer waardoor je die beter kunt bereiken. Je hebt geen deadline, je hebt meer plaats, je hebt rijkere mediaformaten, … En dat zal allemaal goed werken als we het juiste businessmodel vinden. Voor lokale media zou het zelfs eenvoudiger moeten zijn omdat je daar heel exclusieve content hebt. Als ze het niet doen, is het enkel een alibi. Lokale media hebben het meest exclusieve nieuws, en mensen willen het ook.”

Zuckerberg: Nog iets over privacy. je hebt de grote netwerken zoals facebook en Instagram, het digitale equivalent van een groot dorpsplein. Minstens even belangrijke is het digitale equivalent van de huiskamer, wellicht zelfs belangrijker. En wat zijn de principes om zo’n digitale huiskamer te maken? Je start van privé zaken zoals messenging met een echt veilige basis. En daarop heb je een rijk platform nodig voor je privé communicatie zoals kleine groepen, facebook stories, data die niet lang gelogd wordt, betalingen ( Payments noemt hij ook, want betalen doe je toch liever in een private platform dan in een publiek) messages, small groups en efemeral stories groeien nu het snelst. Ze zijn allemaal meer privé dan facebook. Dat is de next big thing. WhatsApp and Messenger zitten daar goed.

Mensen willen beiden: de town square en de huiskamer, maar die huiskamer is nog onderontwikkeld. En ja, de malaise waar Facebook doorging rond privacy heeft hem daar dieper over doen nadenken. Dat net private kanalen aan het groeien zijn, wil zeggen dat dat geen idee is van elites of beleidsmakers alleen, maar van dagdagelijkse gebruikers van die platformen. Privacy is ook belangrijker geworden omdat de huidige gebruikers ook beter het belang ervan kunnen inschatten. Ook in Messenger wil hij dat berichten verdwijnen, want de langetermijn liability is een issue. Daarom wil hij ook end to end encryption.

Privacy

Döpfner: ben je bereid om een deel van je omzet en winst op te geven for the sake of privacy?

Zuckerberg: ja, want we doen dat al. Zoals: geen data meer importeren van databrokers. Dat zal een tweetal procent omzet gekost hebben. Verder werken we aan de tool ‘Clear History’, vergelijkbaar met cookies wissen: celaren van third party metadata. Dat wil zeggen dat je newsfeed en advertenties die je krijgt net iets minder relevant worden. Dat zal ons ook iets kosten, maar het is een recht dat we onze gebruikers willen geven.

Döpfner: “je zult het inderdaad moéten doen. Er zal regelgeving komen en de klanten vragen het ook meer en meer. En wat met Chinese platformen die directere concurrenten zullen worden?”

Zuckerberg: “het gaat om totaal andere visies op het internet, zeker tussen China en de Westere landen. GDPR uit Europa is een goede start voor privacy oa: je moet data niet lokaal opslaan. Dat is goed, want als we onze datacenters in een bepaald lang moeten zetten, kunnen mensen die datacentra binnenvallen. Overheden met het leger bijvoorbeeld. Over gdpr: was intern eerst controversieel, maar nu staan we achter de principes. We moeten als samenleving beslissen welke verantwoordelijkheden bedrijven hebben, wat bij overheid zit en wat bij de gebruikers. Ik wil naar een meer democratisch en onafhankelijk proces over welke content weg moet van facebook, wat mag blijven, … niet alleen voor facebook.”

“Ik wil dat ons systeem goed werkt en zoveel mogelijk de definitie van ‘harmful content’ niet zomaar aan een bedrijf over te laten. Onze teams hebben goede intenties en doen hun best, maar dat proces moet meer extern liggen. Mensen moeten onze beslissingen op dat vlak tegenover een onafhankelijk orgaan dat niet bestaat uit werknemers van Facebook. “

Democratie

Döpfner: “hoe zie je de impact van internet en technologie op hoe de democratie eraan toe is: populisten die eraan komen, China die zwaar investeert in AI en de economie in de wereld, … “

Zuckerberg: “it’s hard not to be worried, maar we moeten optimistisch zijn. Democratie en free expressie zijn sowieso chaotische processen. Meer transparantie is wat we moeten doen. Giving people a Voice en connecteren tussen mensen is iets waar ik wel blijf in geloven. Het misbruiken van onze producten voor hate speech, cyberattacks, … daar zijn we mee bezig. We spenderen nu meer aan Safety en Security dan wat onze volledige omzet was toen we naar de beurs gingen.”